Overlijdensuitkering
Is een dierbare overleden? En werkte hij of zij in loondienst? Of kreeg hij of zij een uitkering? Dan krijgt u als nabestaande een eenmalige uitkering. Dit heet de overlijdensuitkering. Voor wie deze uitkering is en wanneer u hier recht op heeft, dat leest u op deze pagina.
Wat is een overlijdensuitkering?
In de wet staat dat een werkgever verplicht is om één maandsalaris inclusief vakantiegeld te betalen aan de nabestaanden als een werknemer overlijdt. Dit heet de overlijdensuitkering. Vroeger werd hiermee de uitvaart betaald. Had de overledene geen baan in loondienst? Maar kreeg hij of zij een uitkering van de uitkeringsinstantie, zoals het UWV? Dan is de overlijdensuitkering één maand bruto uitkering plus vakantiegeld.
Hoe hoog is de overlijdensuitkering?
Welk bedrag de nabestaanden precies krijgen, verschilt per persoon. Het hangt af van hoeveel de overledene verdiende. Of hoeveel uitkering hij of zij kreeg. De overlijdensuitkering is minimaal één keer het bruto maandloon of de bruto uitkering. Het gaat dan om het salaris of de uitkering plus vakantiegeld. Het kan zo zijn dat er in het contract iets anders staat. Bijvoorbeeld drie keer het salaris. De uitkering mag altijd hoger zijn, maar nooit lager. Over het salaris of de uitkering hoeven de nabestaanden geen premies of belasting te betalen. Maar over het uitbetaalde vakantiegeld wel.
Wie krijgt een overlijdensuitkering?
De uitkering is er in de eerste plaats voor de partner en de minderjarige kinderen. Had de overledene geen partner of kinderen? Dan krijgen de mensen met wie hij of zij samenwoonde de uitkering. Dit zijn bijvoorbeeld de ouders die in hetzelfde huis wonen. Zijn die er ook niet? Dan wordt er geen overlijdensuitkering uitgekeerd. Het kan zo zijn dat de overledene wel meerderjarige kinderen heeft die op zichzelf wonen. Toch hebben zij geen recht op de uitkering. Een overlijdensuitkering is geen deel van de erfenis. Maar is er voor de “nagelaten betrekkingen” van de overledene. Dit zijn:
- De partner
- De minderjarige kinderen
- De gezinsleden met wie de overledene in één huis woonde
Of iemand wel of geen erfgenaam is, is voor een overlijdensuitkering niet van belang. Vaak zijn nagelaten betrekkingen ook erfgenamen. Maar dat hoeft dus niet. Voor het opeisen van een overlijdensuitkering hoeft iemand geen erfgenaam te zijn. Een partner waarmee de overledene samenwoonde, zonder huwelijk of geregistreerd partnerschap, is voor de wet bijvoorbeeld geen erfgenaam, maar heeft wel recht op een uitkering.
Niet altijd een uitkering
Bent u een nagelaten betrekking? Dan heeft u recht op een overlijdensuitkering. Maar dit betekent niet dat u deze ook krijgt. U krijgt niks als:
- De overledene voor het overlijden geen recht had op loon of uitkering
- De overledene door zijn of haar eigen toedoen geen recht had op een ziekte- of arbeidsongeschiktheidsuitkering
Dit kan bijvoorbeeld zo zijn als een werknemer opzettelijk ziek is of niet meewerkt aan een re-integratie.
Hoe vraagt u een overlijdensuitkering aan?
Als iemand overlijdt, is de werkgever of de uitkeringsinstantie meestal al op de hoogte. U hoeft dit niet door te geven. U krijgt automatisch een formulier, die u invult. Het ingevulde formulier stuurt u naar de uitkeringsinstantie, zoals het UWV, of de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Het is slim om dit zo snel mogelijk te doen. Uw recht op de uitkering kan verjaren. Dit betekent dat u te lang hebt gewacht met aanvragen, waardoor u niks krijgt. Een overlijdensuitkering mag u altijd zonder reden weigeren.
Wanneer krijgt u de overlijdensuitkering?
Voor de werkgever of de uitkeringsinstantie geldt er geen wettelijke termijn voor het uitbetalen van een overlijdensuitkering. Vaak wordt dit zo snel mogelijk na het overlijden gedaan. De overlijdensuitkering wordt meestal op de bankrekening van de overledene gestort. Maar u kunt ook een andere rekening doorgeven. Soms wordt de uitkering via een verzekering betaald.